DE Staten van Holland ende Westvriesland, doen te weten. Also Ons vertoont is by de tegenwoordige Regenten van de Schouwburgh tot Amsterdam. Dat sy Supplianten sedert eenige jaren herwaerts met hunne goede vrinden hadden gemackt en ten Tooneel gevoert verscheiden Wercken, soo van Treurspelen, Blyspelen als Kluchten, welcke sy lieden nu geerne met den druck gemeen wilden maecken, doch gemerkt dat dese wercken door het nadrucken van anderen, veel van haer luyster, soo in Tael als Spelkonst souden komen te verliesen, ende alsoo sy Supplianten hen berooft souden sien van hun bysonder oogwit om de Nederduytsche Tael en de Dichtkonst voort te setten soo vonden sy hen genootsaekt, om daer inne te voorsien, ende hen te keeren tot Ons, onderdanigh versoeckende, dat wy omme redenen voorsz. de Supplianten geliefden te verlenen Octroy ofte Privilegie, omme alle hunne wercken reets gemaeckt ende noch in t licht te brengen, den tyt van vyftien jaren alleen te mogen drucken en verkopen of doen drucken en verkopen, met verbot van alle anderen op seeckere hooge peene daer toe by Ons te stellen ende voors in communi forma. Soo is t, dat Wy, de Zake en t Versoek voorsz. overgemerkt hebbende, ende genegen wesende ter bede van de Supplianten, uyt Onse rechte wetenschap, Souveraine Macht ende authoriteyt deselve Supplianten geconsenteert, geaccordeert ende geoctroyeert hebben, consenteren, accorderen ende octroyeren mits desen, dat sy geduurende den tyt van vyftien eerst achtereenvolgende jaren de voorsz. werken die reeds gedrukt zyn, ende die van tyt tot tyt door haer gemaect ende in t ligt gebragt sullen werden, Binnen den voorsz. Onsen Lande alleen sullen mogen drukken, doen drukken, uytgeven en verkopen. Verbiedende daerom allen ende eenen yegelyken de selve werken naer te drukken ofte elders naer gedruckt binnen de selve Onsen Lande te brengen, uyt te geven ofte te verkopen, op de verbeurte van alle de naargedrukte in gebrachte ofte verkogte Exemplaren, ende een boete van drie hondert guldens daer en boven te verbeuren, te appliceren een derde part voor den Officier die de calange doen sal, een derde-part voor den Armen der plaetse daer het casus voorvallen sal, ende het resterende derde part voor de Supplianten. Alles in dien verstande, dat Wy de Supplianten met desen Onsen Octroye alleen willende gratificeren tot verhoedinge van hare schade door het nadrucken van de voorsz. werken, daer door in geenige deele verstaan, den Inhoude van dien te Authoriseren, ofte te avouëren, ende veel min de selve onder Onse protectie ende bescherminge eenig meerde credit, aansien ofte reputatie te geven, nemaer de Suppliante, in cas daar in yets onbehoorlijkx soude mogen influëren, alle het selve tot haren laste sullen gehouden wesen te verantwoorden, tot dien eynde wel expresselijk begerende, dat by aldien sy desen Onsen Octroye voor de selve Werken sullen willen stellen, daer van gene geabbrevieerde ofte gecontraheerde mentie sullen mogen maken; nemaer gehouden sullen wesen, het selve Octroy int geheel # ende sonder eenige Omissie daar voor te drukken ofte te doen drucken; ende dat sy gehouden sullen zyn een Exempelaer van alle de voorsz. werken, gebonden ende wel geconditioneert te brengen in de Bibliotheecq van Onse Universiteyt tot Leyden, ende daer van behoorlyk te doen blyken. Alles op poene van het effect van dien te verliesen. Ende ten eynde de Suppliante desen Onsen consente Octroye mogen genieten als naar behooren: Lasten wy allen ende eenen yegelyken die t aengaen mach, dat sy de Suppliante van den inhoude van desen doen, laten en gedogen, rustelyk, en volkomentlyk genieten en cesserende alle beletten ter contrarie. Gedaan in den Hage onder Onsen Grooten Zegele hier aan doen hangen, den XIX September in t Jaer onses Heeren en Zaligmakers duysent ses hondert vier en tachtig. |