LEO ARMENIUS,
[Vignet: Perseveranter]tAMSTERDAM, |
OPDRAGT, |
Indien ons niet genoeg bekent waar Uwer Edelheits grote bescheidenheit, en liefde tot dedele Poëzy, wy zouden ons noit hebben derven verstouten om met de Karbonkel van uwe Ed. Naam, in t voorhooft van deze bladeren, te pronken; daar wy nu, op die verzekering, deze vrymoedigheit nemen, dat wy uwe Ed. dezen Leo Armenius derven opdragen en toeheiligen. Dit Keizerlike Treurspel, dat wy, van wegen zijn lengte, om het zelve op onzen Schouwburg tot spelen bekwaam te maken, hier en daar mosten besnoejen, hebben wy uit Hoogduitsche in Nederduitsche vaarzen gebraght; doch de macht niet gehad om den Heer Andreas Gryphius, Auteur van dit voortreffelike werk, met zo hooggeleerden Zanggodin na te zingen, als hy, tot verwondering van yder, ons heeft voorgezongen. In dit Treurspel woelen veelerleye hartstochten, elk om het hevighste, onder elkanderen, als woedende gramschappen, doordringende stoutmoedigheden, bange vrezen, ongemeene bekommeringen, bitsen haat, ware liefde, oprechte [fol. *2v] trouw, onmatelike ontrouw, grote droefheit, en hoge blijdschap. Men hoort hier mede gewichtige beraatslagingen, klare verhalingen, gezonde leringen, en goude spreuken. In t kort, dit werkstuk wijst aan hoe de gerechtigheit des Hemels de boosheit straft, de tiranny palen stelt, en de grootste Prinsen des werelts op- en afzet. De Toneeldichter betoont overal dat er een gelettert Poët in steekt, en dat hy geen minder eerkrans waardigh is, Als den vermaard Euripides, Of Aeschylus, of Sophokles. Zo Uwe Ed. dezen Leo met enige van de minste stralen Uwer Ed. gunst wilt beschijnen, zo zal hy, hoewel in de laatste nacht zijns levens, vermits t onzalig woeden van Michaël en zijne Bondgenoten, ons hoogtoneel te blymoediger betreden, en zijn afgeheerste rolle spelen; en met noch schoner luister van achter onze gordijnen te voorschijn komen, zo wanneer hy den helderen glans van uwe Ed. tegenwoordigheit, in onzen Schouburg, om hem een gunstig oog en oor te lenen, zal genieten. Mijn Heer! ontfangt hem dan, niet om het gene wy gewillig aan dezen Vorsteliken persoon te kost geleit hebben, noch om de slechte waardyen die den zelven van ons mochten wezen toegebracht; maar om zijn eigen Keizerlike aanzienlikheits halven, en het kostelike cieraat, daar hem den lofwaardigen Hoogduitscher mede heeft weten op te pronken: zo blijf ik met eerbiedige toegenegentheit,die ik uwe Ed. grootachtbaarheit toedrage, |
In Amsterdam den 6 van Loumaand, 1659. | ADRIAAN LEEUW. |
Op het Treurspel van Keyser |
Kon * Kosroës u niet versaên (10) Door t sneuvlen van drie Vrienden lijcken? O neen! die wreetheit eens vangt aen Die moet in wreetheit noyt beswijcken. | * een Treurspel, mede door hem gerijmt. |
VERWONDERING, |
SONNET, op t zelve Treurspel. |
INHOUD. |
NA dat Keizer Leo Armenius, alvorens ettelike malen zijn Opperveldheer Michaël Balbus, op verscheidene aanklachten, van wegen zijn ontrouw en lasteringen, had laten ondergaan, maakt Michaël een tzamenzwering tegens den Keizer, die hem alhier noch eenmaal van zijne lichtvaardigheden af te staan doet vermanen: maar dewijl Michaël in zijne vorige halstarrigheden volhardt, werdt hy onverziens gevangen genomen, en van den Bredenraad, by wien den Keizer zich zelfs als aanklager en rechter vertoont, ten vure gedoemt. Ondertusschen, dat hy naar de houtmyt om te branden geleidt wordt, doet den Keizer, op heftig aanhouden van zijne Gemaalinne, de straffe tot na den Feestdag opschorten. Inmiddels werdt den Keizer zeer in t gemoed geslagen door enen zonderlingen vervareliken droom; dies hy, door vreez en stoutmoedigheid aangeport, zelfs by nacht den kerker gaat bezoeken, daar hy Michaël in purper, en allerleye kostelikheden om hem henen, slapen vindt. Hier op dreigt Michaël, (na dat hem zulx door een wachter, die den Keizer aan t Vorstelike kleed, en aan de purpre schoenen gekent hadde, aangedient is,) uit hoge nood, en grote vertwyffeling, zijn Eedverwanten, zo hem van haar geen vaardige hulp geschiedt, tontdekken. Deze door ene byzondere list, geraken op den Burg, en vermoorden den Keizer jammerlik voor t Altaar. Na zeven jaren en vyf maanden van zijne regering. In het acht hondert en twintigste jaar onzes Verlossers geboorte. Het Toneel is binnen Konstantinopelen, en voornamentlik op de Keizerlike Burg. Het Treurspel begint na den middag voor het Karsfeest, speelt de vollegende nacht, en eindigt voor zonnen opgang. |
SPREKENDE VERTOONDERS. |
Swygende vertoonders. |
LEO ARMENIUS. |
HET TWEDE TONEEL. |
HET DARDE TOONEEL. |
HET VIERDE TONEEL. |
HET VYFDE TONEEL. |
Rey van Hovelingen. Zang. |
Tegenzang. |
Toezang. |
HET TWEEDE BEDRYF. |
HET TWEDE TONEEL. |
HET DARDE TONEEL. |
HET VIERDE TONEEL. |
HET VYFDE TONEEL. |
HET ZESTE TONEEL. |
HET ZEVENDE TONEEL. |
HET ACHTSTE TONEEL. |
HET DARDE BEDRYF. |
HET TWEDE TONEEL. |
HET DARDE TONEEL. |
HET VIERDE TONEEL. |
HET VYFDE TONEEL. |
HET ZESTE TONEEL. |
HET ZEVENDE TONEEL. |
HET VIERDE BEDRYF. |
HET TWEDE TONEEL. |
HET DARDE TONEEL. |
HET VIERDE TONEEL. |
HET VYFDE TONEEL. |
HET ZESTE TONEEL. |
HET ZEVENDE TONEEL. |
HET VYFDE BEDRYF. |
HET TWEDE TONEEL. |
HET DARDE TONEEL. |
HET VIERDE TONEEL. |
HET VYFDE TONEEL. |
HET ZESTE TONEEL. |
Tekstkritiek: |