ALEXANDER[Vignet: Domiger.]tAMSTERDAM, |
ALEXANDER DE MEDICIS |
Den Edelen Welwijzen Heer, |
IK doe voor U verschijnen Alexander de Medicis, op Florencens hoogen Troon gezeten; maar door t verraadt gesneuveldt in t bloeien van zijn jaaren. Deze papieren waren van my al lange ten vergetelheit ingedompelt, indien ik niet door eenige vrienden waar opgewekt omze den dagh te vergunnen: het zal uw E. misschien vreemt voorkoomen, dat ik uw E. aanbiede t geen ik zelf veracht: maar indien uw E. ziet op mijn oogmerk, zoo vertrouw ik dat mijn onschult wel plaats by uw albescheidenheidt vinden zal. Het Treurspel, tgeen ik uw E. opoffre, van overheerlijke stoffe, en door de taalwijze Barokus zoo kunstig als gelukkig uit het Spaansch overgezet, heeft vry veel van zijn heerlijke glans en luister, door mijne onzuivre vaarzen, verlooren; Invoegen ik my schaame zulk een heerlijk werk, zoo mishandelt, voor uw E. ten toon te stellen. Zoo wordt van zuyver Marmor en andre kostelijke stoffe, wel wanschapen beelden gemaakt; maar evenwel steunende op uw gunstigen aart, zoo hoop ik plaats by uw E. te vinden, tot verschooning van mijn wufte roekloosheit, terwijle ik my noem, |
Amsterdam, 1653. den 8. van Bloeimaant. | MYN HEER, Uw E. verplichten dienaar, JAN DULLAART. |
Op t Treurspel van |
C.D. WITTENOOM. |
INHOUDT. |
NA dat Keizer Karel de vijfde den Florentijnschen Staat aan Alexander de Medicis had opgedragen, en zijn dochter ten Huwelijk gegeven, vierde men s jaarlijx den dagh van zijn huldiging met vreugdevieren; dies d oude wrok in t hart van Cefio de Pacis, door deze vernieuwing, weêr ontstak; daar mede het Treurspel begint. Alexander wordt vermoort, door zijnen vriendt Laurens, en Cosmus, zijn party, Hartoog; die Izabelle de Pacis trouwt. |
Het Tooneel is binnen en buiten Florence. Het Treurspel begint te middernacht, en eindigt op den vierden Morgenstont. |
PERSONAADJEN. |
ALEXANDER |
Cefio. Izabelle. Leonore. |
Cosmus. Claudio. |
Izabelle. Cosmus. |
TWEEDE BEDRYF. |
Cosmus. Laurens. Julio. Claudio. |
Leonore. Laurens. Julio. | Leonore ver- momt in t nachtgewaat. |
Alexander. Octavio. Julio. |
Leonore. Laurens. |
Alexander. Laurens. |
Cosmus. |
Alexander. Cosmus. |
Laurens. Julio. |
Cefio. Laurens. |
Julio. Laurens. |
Alexander. Laurens. Octavio. Claudio. Julio. en gevolg van Hofjonkers. |
DARDE BEDRYF. Izabelle. |
Leonore. Izabelle. |
Cosmus. Izabelle. Leonore. |
Leonore. Izabelle. Cosmus. |
Cefio. Izabel. Cosmus. |
Cefio. Izabelle |
Laurens. Izabelle. Cosmus. Cefio |
Cosmus. Izabelle |
Leonore. Izabelle. Cosmus |
VIERDE BEDRYF.. |
Izabelle. Alexander. Cosmus. Leonore. Claudio. Octavio. Vitellio. en gevolg van Lijfwachten |
Cosmus vluchtende zonder degen. |
Julio. Cosmus |
VYFDE BEDRYF. |
Alexander. Laurens |
Vitellius. Alexander. |
Cosmus. Alexander. Vitellius. |
Julio. Alexander. Cosmus. |
Laurens. Alexander. |
Alexander. Vitellius. |
Cosmus. Julio. | Beyde doogen verbonden. |
Leonore. Cosmus. Julio. |
Alexander half naakt, met een kaars, en stoel in zijn handt, zeer bebloedt, Laurens en Pedro met pooken. |
Alexander. Laurens. Pedro. |
Octavio. Claudio. |
Octavio. Cosmus. Otto. Vitellius. Cefio. Izabelle. Leonore. Claudio. en Lijfwachten. |
UYT. |
OP T |
Op t afbeeltzel van de schoone Herderinne |
t Amsterdam, Ter Drukkerye van TYMON HOUTHAAK, in de Pottebakkersstraat, over de Nieuwezijds Kolk. |
Tekstkritiek: |