Pastor-Fido |
SChoon geslacht het-welck, als in helle-lucht zonne-stralen; waar, dat, der mannen om-zucht, hyght onder t wapentuych: ende den lof daar verkregen draaght t uwer Fanen op. Weerdicht deze overzetting als door uwe machten volbrocht; waar myn onvruchtbaar bryn kracht heeft verworven; zinde metd oogen van den zin een licht van uwe Hemelsche schoonheden. Ende als ygen aan den Arend de lucht, de swingen tot het sweven, zoo kompt uw tou al wat weerdich in dezen Rym kan ghevonden worden: t geen dat overblyft, als niit genouch gheschaaft, liift hiir af het beste te dencken; hetwelck door uwe aangeborene goudertirenthyt niit anders en zal worden aanveert, wanneer gedenckt dat den Opdrager is van zoo vele deughden. |
Ootmoudighen Dinaar R.V.E, |
De handelingh in Arkadia. |
RY. | { { | Schaap-herders. Jaghers. Nimphen. Pristers. |
HET |
II. HANDELINGH. |
III. HANDELINGH. |
IV. HANDELINGH. |
V. HANDELINGH. |
RY. |
II. DEEL. |
II. HANDELINGH. |
III. HANDELINGH. |
IV. HANDELINGH. |
V. HANDELINGH. |
VI. HANDELINGH. |
RY. |
III. DEEL. |
II. HANDELINGH. |
RY. |
RY. |
RY. |
RY. |
III. HANDELINGH. |
IV. HANDELINGH. |
V. HANDELINGH. |
Dit is ter-eeren van myn Heer Cats hiir by |
VI. HANDELINGH. |
VII. HANDELINGH. |
VIII. HANDELINGH. |
IX. HANDELINGH. |
RY. |
IV. DEEL. |
II. HANDELINGH. |
III. HANDELINGH. |
IV. HANDELINGH. |
V. HANDELINGH. |
VI. HANDELINGH. |
VII. HANDELINGH. |
VIII. HANDELINGH. |
IX. HANDELINGH. |
RY. |
V. DEEL. |
II. HANDELINGH. |
III. HANDELINGH. |
IV. HANDELINGH. |
V. HANDELINGH. |
VI. HANDELINGH. |
VII. HANDELINGH. |
VIII. HANDELINGH. |
IX. HANDELINGH. |
Ry. |
Ry. |
Ry. |
Ry. |
X. HANDELINGH. |
YNDE |
Met Privilegie ende Octroy van niit nagedruckt te mogen worden ofte de nagedruckte (uyt andere Landen komende) niit te mogen verkopen onder het gebiit des Koninckx van Spanien als breder in-de Octroyen gemelt. Zo wanneer jmand tot de deze niuwschirch is, addressere hem, aan den Procureur Goubau. Tot Brussel. |
Odit verus Amor nec patitur moras, Munus dum peterat cernere perdidit. | Senec. Her Fur. | |
lAmour haït delay. Orphee son present; Voulant le regarder perdit dans un moment. |
IAy ovy (dit Lactantius) une fable tirante sur celle cy, si lon peut appaller une fable, ce que plusieurs temoins affirment destre veritable. Un Gentilhome en Baviere de famille noble, estoit si triste pour la mort de sa femme, quil abondonoit touts les reconfors de la vie; nourissant sa constante douleur dan la solitude, jusqa ce quil la recouvrit: laquelle disoit avoir fini son temps prescrit: mais par ses prieres retournée en vie; ayant receu commandement de Dieu de laccompagner encores. A condition que le Mariage par la mort dissolus, seroit derechef solemnizé: aussi quil s abstiendroit de des execrables blasphemes, pour lesquelles il lavoit perdue & la perdroit derechef. La revivante (soingneuse pour les affaires de la maison comme auparavant) ayant euë quelques enfans depuis; touiours pensive & dune complexion pale. Quelques annees passees le Gentilhome enflammée du vin, & de la colere; poussoit des sermens horribles contre ses domistiques. quant sa femme se retirant dans une autre chambre na esté veue depuis. Son habit privé du corps encores de bout. Cest ce que jay ouy; (dit il) de plusieurs personnes croyables; lesquelles affirment que le Duc de Baviere lavoit dit pour une verité au Duc de Saxe. |
Sa Plainte Poetique. |
Les Alpes de-nuict dans la Tempeste. |
FIN. |
Aan den onverdeelden Leser. |
Hiir wort u. E. gebeden te-wegen met ryp ordeel de redenen di my bewegen te-letten op mynder Mouder-taal de spellingh of Ortografie. De eerste di my (over eenige jaren komende van uythymsche Landen waar-m en den Latynschen. A.B. volght) porden te misachten (dat is het neder-duyts) het-geen nu niit alleen my wel bevalt, maar het zelve acht boven alle andere talen by geval op gestaan. Dit dan rypelyck ende langh overdenckende, bevonde dat de grootste fyl bestont inde uytspraack der letteren; nu op het latyns dan weder op het hooch-duytsch oft ouwdt quaat neder-duyts treckende (den klanck eender taals liiflyckhyt, bestaat in gewoonte; zoo verren hersende in de zinnen van den mensch, dat het zelfs dunckt in reden te-bestaan, het-geen van de-zelve verschyden) zoo heeft my gout gedocht den galm van den Hooch-duytschen. A.B. gehelyck te verlaten ter-oorzaken wy overlangen verlaten hebbe de ouwde spraack (t en zy de Kempen, den Bos, Toungeren, S. Truyen ende andere dewelke noch spreken naar de ouwde spellingh) oock om dat alle Landen di den Latynschen A.B. volgen als Italien, Spanien, Vranckryck, de-zelve te-lichter leerden: ende wy (O! of.) niit genootzackt meer en wirden, in ons yghen landt vremde taal te-spreken, met het [fol. Dd4v, p. 216] onsprekelyck achter-deel dat wy lyden, met woorden overwonnen te-worden (want ter-wylen wy, om zoo te-zeggen, naar de-zelve ter-jacht gaan) zoo vanckt den vremdelingh (wiens taal wy, naar-boutsen het wilt). Zoo dunckt my billich den Latynschen. A.B. aante-nemen zoo veel-te-meer, dat in Hollandt, dat tot noch-tou de eer heeft van het best duyts te-spreken, den zelven in deel aangenomen wort (te-verwonderen, dat in Vrankeryck ende meer andere Koningryken; hou-wel ider Stadt wel zyn verschyden gewoonten heeft, nochtans den Eeldom ende t beter volck over-al een ghebruyck hebben, het-geen in Nederlandt zo niit en is. in Luyck de gemeente wonderlyck spreeckt ende den Eeldom zeer gout Frans) hou-wel het Hollans met vele woorden spreeckt al of eenen Waal Duyts spraack; van de-welke over hondert-jaren dat landt swanger ginck. Want my dunckt het beter is gezeet. Den Donder, de doodt, den hont, dien man, als de Donder, den doodt, de hont, di man, ende menichvuldige diirgelycke. Om voort te-gaan zoo diint-m en te bemerken datter ses galmende letteren zyn. Want waarom de Y daar voren niit gehelyck aan-te-nemen aangeziinm en daar mede galmpt als hy, zy, ys, bly, ende veel meer andere. Nu alle de andere, neme dubbel, aan-geziin, in het woort voor, het-zelve overlangen gedaan is, waar-om in daar niit van gelyken ende zoo voort. Imanden mocht zeggen [fol. Dd5r, p. 217] het woort is niit Daar maar het is Daër, als de andere, Briëf, Siëckte, &c. zeer wel maar laat ons dan weer op zyn Kempens, of ouwde wyse spreken, welken galm wy overlangen verlaten hebben. Ten is niit lang geleden dat ick hoorden zeggen van luy uyt de Kempen. Tegen eenen dinaar, kompt eenen Briëf halen voor myn Hiër, ick docht wat het gezeet mocht wezen, niit denckende op eenen Briif. Wat het woort Briëf, komt uyt t Frans, willende zoo veel als een verkortingh wezen. Aangande de. O. en. U.* de welke som-wylen oock genomen worden (maar zeer onredelyck) al of het een. A, ende u. waar. gelyck au-liden, instee van. u. L. want dit is tegenstrydende. Oockm en nemt de o. ende e voor o. ende u. goet Hout, bonum lignum, t k zouw der eer eenen goten hout, concavum pileum uyt verstaan. my dunckt het beter is de u met een u te-galmen als voor een au ende te-spellen, gouwdt, aurum, gout, bonus, en eenen bouck, unus liber en laten de .o. ende e. om het vlas te-boeken; De zielen voor de ossen heffende onse Zilen, bevryt van hert-neckichyt ende nydt, hoger. |
Tekstkritiek: |
Van vs. 34 tot vs. 51 is de regelmatig afwisselende inspringing van staand- en slependrijmende verzen door de zetter onderbroken. Vs. 129 tot 132 en vs. 199-202 hebben twee maal achter elkaar staand rijm. Dergelijke onregelmatigheden komen geregeld voor. Wij nemen aan dat de auteur onregelmatigheden zoals in vs. 34 niet bedoeld heeft, en zich van onderbreking van de afwisseling van staand en slepend zoals in vs. 201 niet bewust is geweest. Dan is het te wijten aan onervarenheid van de zetter. Daarom hebben wij het inspringen aangepast naar wat waarschijnlijk de intentie van de auteur is geweest, met als regel: staand rijmende verzen springen in. Weesrijmen: vs. 1087, 1442, 1519, 1864, 2169, 2357, 2373, 2399, 3327, 3354, 5249, 5376, 6199, 6218, 6232. Dubbelrijm: vs. 2362, 2378, 6119, 6136, 6160, 6174, 6225, 6245. vs. 432 on-bevreest er staat: om-bevreest vs. 446 anghst er staat: anghts vs. 1321 gaan er staat: gaat vs. 1336 Di delen er staat: Didelen vs. 1816 haar in het ex. KBB met de hand gewijzigd in hun vs. 1817 En met de hand gewijzigd in Zy vs. 1821 woud met de hand gewijzigd in wouwd vs. 2147 levent er staat: leven met de hand gewijzigd in levent vs. 2799 alleen er staat: allen vs. 2806 schoonhyt er staat: schoonyt vs. 4750 alderhoochst er staat: alderhoochts vs. 4937 verloren er staat: verloreu vs. 5181 Herders. er staat: Herder. vs. 5192 spheer er staat: speer vs. 5599 Montaan. er staat: Montaan! p. 217 U. er staat: N. |