C. de GRIEKS[Vignet: fleuron]By Dirck Cornelisz. Houthaak, Boekverkoper op |
Aan de Konstvoedende Heeren, |
CORNELIS WITTENOOM. JAN VOS. TOBIAS VAN DOMSELER. PIETER VAN SCHOOREL. JOANNES SERWOUTERS. SYBRAND CAMAY. |
Jegenwoordig Hoofden en Regenten van de Schouburg tAmsterdam. |
Ik kome aan U E. opofferen den heerlijken en kluchtigen Ridder Don Japhet van Armenien, welke my in Duytse Vaarzen van Monsr. Claude de Griek ter hand gestelt was, om U E. bescheydentheên aan te bieden of hy waardig was het Tooneel te betreden; maar daar verliep eenige tijdt dat hy tot mijnent onder andere papieren ongeroert bleef leggen; waar over den Vertaalder aan my, en Mr. Jillis Noozeman (die dit Spel mede bekent was) schreef, dat wy toch zouden bevorderen dat het in U E. handen wierd gestelt, en door den druk de Lief-hebbers mede gedeelt. Ik heb het doen Mr. Noozeman overgegeven, om tegen het Frans eens te laten overzien, vermits den Brabander en wy ook wat in de woorden verscheelen. Nu is t eyndelijk voor U E. bescheydentheên verscheenen, en hebt hem waardig gekent om t Tooneel te betreden, en eens bezocht of zijn Inkomen, t welk hy zeyt van Karel de V. genooten te hebben, hier enig profijt zou konnen doen aan den Armen, (daar U E. al tzamen gedurig over bezig zijt, om diens welstant te bevorderen, als regtschape Regenten betaamt.) Nu heb ik, als eerste voogt daar over gemaakt zijnde, geen waardiger beschermers konnen uytvinden, als U E. dies ik ootmoedelijk aan U E. verzoek dit klein geschenk van uwen geringen Dienaar aan te nemen. Het zal (vertrou ik vastelijk) zommige wat vreemt dunken dat ik een ander mans werk zo wechschenk; maar ik doe niet zonder last, en offer het aan U E. in druk, [p. 4] zo als t mijn bevolen was in schrift te brengen. Beschermt dan dezen Japhet, om de Drukkers wil, van alle quaatspreekers, want hy is verzekert dat hy, in U E. bescherming zijnde, geen gevaar zal loopen. t Is het doen van groote Heeren treffelijke geschenken te geven voor genoten deugden; maar ik heb anders geen macht als blote letteren, op papieren gedrukt, U E. tot dankbaarheyt van veel genoten vriendtschappen, meê te deelen. Ziet dan, verzoek ik vriendelijk, dezen Japhet met U E. gunstige oogen aan, ten minsten om den Vertaalder daar door moed te geven, van hier na wat heerlijkers aan U E. over te zenden; en zijt, dit doende, alle schuldige dankbaarheit verwachtende van uwe E. alderdienstwilligste Dienaar, |
TYMON HOUTHAAK. |
dUitvoerders van t Spel zijn: |
DON JAPHET |
Don Japhet. Schout van Orgas. Foukaraal. |
Toribio Poncil. Lorente Riberos. Pascaal Sapatero (of Mark Anthoon.) Don Roc Surdicaci (ofte Alfons Euriques) uyt. De vier knechten, waar van de twee qualijk gekleet zijn, zullen alle gelijk in eenen toon hunnen naam zeggen: |
binnen. |
Leonoor, Marine. |
Alfons, en Mark Anthoon, uyt. |
Leonoor en Marine binnen. |
TWEEDE BEDRYF. |
Jan Vincent en Rodrigo uyt. |
BRIEF. |
EN laet niet na, (zoo dra u dit schrift behandigt is) dezen Edelman, die ik tot u schik, zekre Jongedochter (Leonoor geheten) van eenen Lantman van Orgas opgequeekt, ter hant te stellen; het is zijn kint niet, zo hy yeder gelooven doet; maar wel mijn nichte, dochter van Don Pedro van Toleden, Gezant tot Roomen. |
Japhet, Schout, Foukaraal, Alfons, M. Anthoon binnen. |
Don Alfons met Mark Anthoon uyt. |
Leonoor, Rodrigo, Marine, binnen. |
DARDE BEDRYF. |
Foukarael uyt. |
Foukarael binnen. |
Foukaraal uyt. |
Leonoor, en Marine, uyt. |
Kommandeur binnen. |
Kommandeur, met al zijn volk, uyt. |
Don Iaphet, Foukaraal, Afons, Mark Anthoon, uyt. |
Pedro de Redenaar, gedurig hoestende, niezende, en hemmende, begroet hem. |
Men veynst te spreken, doch men opent maar den mont zonder uytspraak. |
Rodrigo komt by den Kommandeur, en luystert dit volgende hem in dooren. |
Don Iaphet zingt dit volgende Liedt. TOON: Las qui hastera le temps. |
VIERDE BEDRYF. |
Marine met een waslicht uyt. |
Foukaraal en Don Iaphet uyt. |
Alfons en Mark Antoon slaan Japhet en Foukaraal. |
Alfons, Mark Anthoon, binnen. |
Foukaraal fluyt, en Leonoor op het Balkon spreekt. |
Leonoor binnen. Iaphet blijft. |
Alvares, Kommandeur, en Rodrigo uyt. |
Alle binnen behalven Iaphet. |
Een Meyt giet een pispot uyt. |
Den Kommandeur, Alvares, Rodrigo, Foukaraal uyt. |
Rodrigo uyt. |
Alle binnen. |
Alfons, en Marc Anthoon, uyt. |
VYFDE BEDRYF. |
Don Iaphet binnen. |
Elvire, uyt. |
Pedro de Redenaar, verbaast uyt. |
Don Alfons als een Edelman gekleet, en gebonden, den Kommandeur met zijn volk, tsamen uyt. |
Foukaraal verbaast uyt. |
Foukaraal binnen. |
Leonoor en Marine uyt. |
Foukaraal uyt. |
Don Iaphet, gewapent met alderley geweer, en een Lans. |
Een Postillion uyt, blazende op een Kornet aan Iaphets ooren. |
U Y T. |