IN dit Treurspel toondt Euripides, hoe Helena (gelyk men doorgaans steldt) door Paris niet geschaakt, maar, op Jupyns bevel, door Merkuur na Egipte is overgebracht; alwaar zy van Proteus, toen vorst deezes ryks, in zekerheidt voor Menelaüs bewaardt wierdt. Ondertusschen hadt een Wolkbeeldt, naar de gelykenisse van Helena door Juno gevormdt, en van Paris na Ilium overgevoerdt, aanleidinge tot den Trojaanschen Oorlog gegeeven. Denwelken voleindigdt zynde, voerdt Menelaüs, waanende nu zyn waare Echtgenoot machtig te zyn, dit Schynbeeldt, als zyn vrouw, met zich over zee: doch belandt door zwaar onweêr eindelyk, na lang op zee gezworven, en op de kusten van Libyë schipbreuk geleeden te hebben, in Egipte. Daar gekomen zynde, verdwyndt het Wolkbeeldt: en Menelaüs vindt (gelyk te vooren Teucer, prins van Salamis, ook gedaan hadt) onverwacht, en vol verwonderinge zyn waare Helena (wiêr huuwlyk Theoklymenus, zoon van Proteus, die toen naa s vaders overlyden alst vorst dat gedeelte van Egipte beheerschtte, met allen ernst aanzocht) en voerdt dezelve, die zich, om voor den Dwingelandt veilig te zyn, in en omtrent de graftombe van Proteus ophieldt, naa veel overlegs, met behulp der Rykswaarzeggerinn Theonoë, zuster des Dwingelandts en ook dochter van Proteus, door een versierde list, op het goedtvinden van Kastor en Pollux, broederen van Helena, met zich door zee behouden óver na Griekenlandt; daar hy op nieuws met haar vereenigdt.
Zie ook den Inhoudt van dit Treurspel, naar waarheidt der Geschiedenisse, in het breede met zeer opmerkelyke omstandigheden by Herodoot van Halykarnassus, in zyn Iide Boek, van het CXII. tot het CXXI. Hoofdtdeel wydluchtig verhaaldt: hoewel Euripides met eene dichtkundige vryheidt, door de verziering van het Wolkbeeldt, eenigzins van hem verscheeldt. |