Naar het La soeur (1647) van Jean Rotrou - die op zijn beurt La sorella van de Napolitaanse schrijver G.B. della Porta bewerkt. Ten onrechte meent Pieter Nederhoven, zoals blijkt uit de opdracht aan Jan Fassijn, dat het oorspronkelijke spel Spaans is, daarom noemt hij Nole (in feite Nola in Campania) een Spaanse havenstad. Uitgegeven door dr. A.J.E. Harmsen, Universiteit Leiden. Ceneton06124 - UBGent In deze uitgave zijn evidente zetfouten gecorrigeerd en gemarkeerd met een asterisk. De namaak-Turkse woorden, die buiten rijm en metrum vallen, zijn in de versnummering niet opgenomen. |
t VERWARDE
[Vignet: Perseveranter]tAMSTERDAM, |
MYN HEER, |
Mijne vermetel- en bloheit hebben strijdt in my gevoert: deerste dreef my aan, om zonder Mijn Heer te voren hier van te spreken, dit Toneel-Spel op te offeren. De tweede stelde my voor, dat die vrymoedigheit my niet zoude voegen, te meer, wijl UE. grooter toe-eygening paste: k ben echter door andere, UE. goede vrienden, gesterkt om mijn stoutheit plaats te geven: Gelieft die dan maar u goedaardighet, daar al de werelt u, mijn Heer, met roem in kent, als komende [fol. *1v] uyt een genegen hert, te verschoonen, dat ik mijn Heer hebbe toegedragen van duur dat ik deere genoot UE. te kennen. Ik zal u, mijn Heer, met vele plichtbewijzinge vorder niet ophouden, veel minder UE. geleertheit, en deugden, hier ten toon stellen, die al de werelt zoo ongemeen verplichten; als wetende, dat zulks UE. (die met geen vleyery gedient zijt) niet aangenaam zou zijn. k Zal dan my vernoegt houden, dat ik met UE. naam mijne vaarzen ciere, niet twijfelende, of UE. zult, als kunstkundige, de misslagen, met UE gewoonelijke beleeftheit, bedekken. t Is een Spel dat ik voor eenige jaren, tot mijn vermaak en tijdkorting, gerijmt heb. Eertijds uyt het Spaans door den Heer Rotrou in Franse vaarzen ten Toonele gevoert, en nu door my (toch niet stip gevolgt) in Neêr- [fol. *2r] duyts Rijm gebracht; dat ik u oordeel volkomen onderwerpe; op de hoop dan, dat iets UE. hier in behagen zal, blijf ik |
INHOUDT. |
BEDRYVERS. |
Geronte, oude man Horatius, zijn zoon | } | gekleet op de manier der Turken. |
Het Spel begint met den morgen, en eindigt met den avondt. |
t VERWARDE |
Lidia. |
Polidoor. Lidia. |
Lelius. Ergaste. Polidoor. |
TWEEDE BEDRYF. |
Anstelmus. Ergaste. |
Iulia. Lidia. |
Lidia alleen. |
Polidoor. Lidia. |
Lidia. Anselmus. Polidoor. |
Lidia alleen. |
DERDE BEDRYF. |
Anselmus uytkomende. |
Anselmus. Geronte. Horatius. |
Aurelia. Anselmus. Geronte. Horatius. |
Anselmus. Horatius. |
Lelius. Ergaste. Anselmus. Horatius. Ergaste tegens Lelius. |
Anselmus. Geronte. Horatius. |
Aan Horatius. |
Anselmus alleen. |
VIERDE BEDRYF. |
Konstancia. Lelius. Ergaste. |
Lelius. Konstancia. |
Anselmus. Konstancia. Lelius. Anselmus Constancia omhelsende. |
Aurelia komt uyt met Ergaste en Lelius. |
Ergaste. Konstancia. Lelius. |
Lelius. Ergaste. |
Polidoor, Iulia. Polidoor komende van deen, en Iulia van dandre zijde. |
Polidoor alleen. |
Lidia. Polidoor. |
Guido komt uyt die hun by elkandere ziet. | Pol bin. |
Guido. Lidia. |
VYFDE BEDRYF. |
Lidia. Anselmus. Lidia vervolgt. |
Guido alleen. |
Anselmus. Guido. |
Konstancia. Aurelia. Lidia. |
Anselmus. Guido. Iulia. Konstancia. Aurelia. Lidia. |
Lel. Pol. Erg. Ans. Guid. Aur. Kons. Iul. Lid. |
UYT. |