GElijk deur Romulus Romen, uit dontschakinge der Sabyner vrouwen in t Schouspel overvallen, een Koninkdom wierdt; soo raekte de kroon deur Brutus wraek, en edele veinsery op t verkrachten van de Romeinin Lucretia, (uitgeborsten op haer edelmoedig hert priemen) een burgerlijke regeeringe, en baerde Romen dit Rijxs-treurspel, t geen ick uw Ed: neffens de goetgunstige aenschouwer onvolmaekt opoffere.
By na op de selfde wyse wiert in d Amstel-landen uitgeroeit t Hof der Graven (wiens sit plaets uw Ed. vaderlijke sorg en achtbaerheit hedendaegs bekleet in de vierschaer)* op de verkrachtinge van Machtelt, en de broeders wraek van Gerard van Velsen.
dAl oude Lants-adel begost mede na dat dubbelt feit haer gedachten te laten vallen op een burgerlijke rechtbank, en vrije regeeringe, voelende de rampen des hofs hunn achtbaerheên drucken. soo is t; dat sy [fol. A2v] de hatelijkheit van dit stuk waernemende, de gemoeden en gesintheit des volxs begosten af te neigen van hunn Vorst; gelijk in t Lants treurspel van Gerard van Velsen de Drossaert P.C. Hooft breeder verhaelt in sijn inhout.
Als de Grave Floris de V. in achtbaerheit, en leven de stammen der Edelen onderdrukte, en snoeide, soo dee eertijts Lucius Tarquyn de Trotse te Romen in t ombrengen der aensienlijksten en schrandersten in den Raet, wien veurspelt was deur wichlery en vogelschrei, dat de kroon hem soude afgenomen werden, ende t Rijk by sijn leven noch in hem eindigen, onder desen omgebrachten was Brutus broeder.
Om de strafheit des Koninks tontgaen, en sigh van sijn wreetheit te wreken, veinst sigh den edele Iunius, en laet sigh Brutus, (dat is dommert, of onsinnige noemen)* veur een dwase, om t hof uit te roejen volgens publ. Ovidius lib. Fastorum.
Brutus erat Stulti Sapiens imitator.
Een Brutus speelt de rol van wijse dwaes.
|
Toen lagh t Rooms leger in t velt der Tirrheners of Etruscen, dat is Tuskanen, t geen zuidwaerts grenst aen de Tirrheense of Middellantse zee, dien uw Ed: van Genua na Romen over Livorne kerende deurzeilde; benoorden legt t Apennyns gebergt, t geen uw Ed: in de reis na Genua besagh, op t spoor gevolgt van Hannibal, deer- [fol. A3r] ste diese met een heir over trok; Oostwaerts den Tyber, in t Westen heeft het Ligurien, wiens tegenwoordige hertogh van Florencen uw Ed: en maet-schap te Pize ontmoetende, was benieut en liet vernemen na uw vermaerde geboort-plaets, en welkers Prins van Tuskanen in t veurgaende jaer sigh vertoonde in uw achtbare vadersstad.
Als Brutus edele yver in t verkrygen der vrydom, niet minder was de trouwe veursorg in t bewaren van dien, die, rechtevoort als Brutus den outste burgermeester, na de Zee havens uit de Staten des Lants gesonden in de Brittannise oorlogen t juk des machtige nabuur Koninks hielp als een Scipio en Kato ontworstelen deur raet en beleit.
Hoe stont het heil der ingeseten, toen uw Ed: uit Muscovien deur Lijf-lant langs de Baltise Zee en t Neder-Saxen weder kerende sagh t onderst boven gekeert geluk van ons verslagen Vader-lant? wat hoop gaf een verstroide vloot? Waer liet uw Ed: toen dien Staet-Atlas uw achtbare vader, of in de vergaderingh der Lantstaten, of op Tessel, of in t uitpressen des zee-magts gezeilt in t oogh des Britze vloots? noch hier, noch nergens, maer over al, en nergens in rust. Hoe klonk aen strant op den Hoef (uw hoefstee) de nederlage, en t opspringen van t Opper-amirael schip, toen gy na Vrankrijk van hier spoedende liet uw ontsaggelijke Vader en Lant met t nootlot der baren, en vrydom worstelen?
[fol. A3v]
Doch wat aengenamer wolk verquikte uw Ed: weder te Lions, waer gy de vruchten hoorde van uw deurluchtige staets yverende Vader in t herstellen van de vrydom, en veiliging des oevers hier te lant; soo dat ick met recht uw Ed: stam-huis en stad met Romen vergelijkende dees regels onder t wapen van uw achtbaerheit voege.
Soo praelt, als BRUTUS faem, de glans van WITZES stam,
Den outste burgerheer van ROME en AMSTEL-DAM,
En maekt de vier-schaer vry, wen BRUTUS t hof uit bande,
En WITZ op TESSEL hiel de BRIT van BATOOS strande.
TARQUYN vlood veur sijn heir, en KAREL veur sijn vloot;
Toen hy veur ROMEN lagh, hy AMSTELS zee-vaert sloot.
Hoe trok dees loffelijke tyding uw Ed: uit Vrankrijk deur t Switzers geberght over t hooge Duitslandt haestiger te rugh om in dinlantse verheuging deel te nemen, en in daennemende grysheit deur sorge des lants afgeleeft te strecken sijn outheit een volwosschen Askaen; welkers naem en wapenglans ick my verplicht achte, en blyve uw achtbaer huis, en Ed: |