SYne Ceurvorstelijcke Hoogheydt, heeft sigh gheweerdight de Sale van Pictura met sijne teghenwoordigheydt te comen vereeren. Alwaer hy door de edelen Heere Janbaptista Grijns oudt Borghermeester, Hooftman der selver Camer, ende Dekens is met Brandende Flambeeuwen sollemnelyck inghehaelt. Op het Thooneel vanden Olijf-tack is verthoont*(naer het soet Accoort vande Musicale Jnstrumenten,) hoe Antwerpen aende*Schelde lighende, door Apollo inden slaep vertroost wort: die haere Consten opweckt om met hunne oeffeningh sijne Keurvorstelijcke Doorluchtigheydt te vereeren. De Schilderconst sijne Daden ende*over-vlieghende faem van Hongarijen op den Doeck afmalende: ende de Beeldt-houders-Const sijn Portrait oft ghelijckenis uyt de Marmor-steen in syne teghenwoordigheydt verbeeldende, Apollo sluytende met de Poesie. Hier naer is hy ghegaen in de Koninghlycke Accademie ofte Leerscholen der Constenaeren: daer het alle was in Ordre ende in oeffeninghe ghestelt. Dit alle met ghenoeghen beschouwt hebbende, is weder ghekeert inde Saele die seer Rijckelyck verciert was, met uytmuntende Const van Schilderyen door verscheyden Meesters int licht ghebrocht waer onder begrepen syn veele vande Dekens, der selve Kamer ende heeft jeder int besonder (als eenen uytnemenden Liefhebber ende kennaer der Consten) gaen besichtighen. |