DE verborge vriendschap en verlede kennis doet my deze vryigheid gebruiken, dit Wijnvaatje aan UE. op te offeren. Als UE. het discours overdencken zult van de gehoopte Turf, en schoon Hooi, en Weyland, toen wy gevoert wierden met ons vijven van twee viervoetige, zult zoodanige vrypostigheid voor lief nemen, en met beleeftheid erkennen. Ontfangt dan deze Boertery, t is ouwe kennis, en lang geleden in t licht gekomen, en my vertelt of de zin voorgeschreven; waar door ik geprikkelt wierd de Wijndragers zingen te leeren, uit twee registers, daar van geen nooten genoemt worden, als die de ooren overënt staan. Beschermt dan onder UE. voorzichtigheid deze geslooke Wijn voor de doortrapte Pachters, of haar ongelukkige Battus. t Zijn knuppelen blindelings in t hondert gesmeten, zonder iemand te kennen. Vaar wel. |