DE Staaten van Holland ende Westvriesland doen te weten, alsoo ons vertoond is by de Regenten van het Burger weeshuis ende Oude Mannenhuis der Stad Amsterdam, en, in die qualiteyt, te samen eygenaars, mitsgaders Regenten van den Schouburg aldaar, dat sy, Supplianten, sedert eenige jaren hebbende gejouisseert van onsen Octroye of Privilegie van dato den 21 Mai 1699. waar by wy aan hen Supplianten, in hun qualiteyt hadden gelieven te consenteren, accorderen ende Octroyeren, dat sy, gedurende den tyd van vyftien eerst achter een volgende Jaren, de wercken, die doenmaals ten dienste van het Tooneel reets gedrukt waren, ende, van tyd tot tyd, nog vorder in het licht gebracht, ende ten Tooneele gevoert soude werden, alleen soude mogen drukken, doen drukken, uytgeven ende verkoopen, nu ondervonden, dat de Jaaren, by het voorgemelde ons Octroy of Privilegie genaamt, op den 21 deezer Maand Mai was komen te expireren; ende dewyl de Supplianten ten meesten dienste van de Schouburg, (waar van hunne respective Godshuysen onder andere mede moesten werden gesubcenteert,) de voorgemelde werken, soo van Treurspellen, Blyspellen, Kluchten, als anders, die reets gedrukt ten Tooneele gevoert waaren, of in het toekomende gedrukt, en ten Toneele gevoert soude mogen werden, geerne alleen, gelyk voorheenen, zoude blyven drukken, doen drukken, uytgeven en verkoopen, ten eynde de zelve wercken, door het nadrukken van andere, haar luyster, soo in taal, als spelkonst, niet mogten komen te verliesen, dog dat zulks aan hen Supplianten, na de expiratie van het bovengemelde ons Octroy; en zulks na den 21 Mai deezes Jaars 1714. niet gepermitteert zoude wesen, zoo vonden zy Supplianten hun genootsaakt sig te keeren tot ons, onderdanig versoekende, dat wy aan hen Supplianten, in hare bovengemelde qualiteyt, geliefden te verleenen, prolongatie van het voorsz. Octroy of Privilegie, omme de voorsz. Werken, zoo van Treurspellen, Blyspellen, Kluchten als andere, reets gemaakt en ten Tooneele gevoert, en als nog in het ligt te brengen ende ten Tooneele te voeren, den tyd van vyftien eerst achter een volgende Jaaren, alleen te mogen drukken en verkopen, of te doen drukken en verkoopen, met verbod aan alle andere op zeekere hooge penen, by ons daar tegen te statueeren in communi forma; So is t dat wy de zaake, ende t voorsz. verzoek overgemerckt hebbende, ende genegen wezende, ter bede van de Supplianten, uyt onze rechte wetenschap, Souveraine magt en autoriteyt, deselve Supplianten geconsenteert, geaccordeert ende geoctroyeert hebben, consenteren, accorderen ende octroyeren, haar by deezen, dat zy, geduurende den tyd van vyftien eerst agter een volgende Iaaren de voorsz. werken, zoo van Treurspellen, Blyspellen, Kluchten als andere, reets gemaakt ende ten Tooneele gevoert, en als nog in het licht te brengen, ende ten Tooneele te voeren; binnen de voorsz. onze Landen alleen zullen, by continuatie, mogen drukken, doen drukken, uytgeven en verkoopen, verbiedende daarom allen en een ygelyk, de voorsz. Wercken, in t geheel ofte ten deele, naar te drukken, ofte, elders naargedruckt, binnen den zelven onze landen te brengen, uyt te geven, of te verkoopen, op de verbeurte van alle de naargedrukte, ingebragte, ofte verkogte exemplaren, ende een boete van drie honderd guldens, daar en boven, te verbeuren, te appliceren een darde part voor den Officier, die de calangie doen zal, een darde part voor den Armen der Plaatsen daar t casus voorvallen zal, ende het resterende darde part voor de Supplianten, alles in dien verstande, dat wy de Supplianten, met dezen onzen Octroye alleen willende gratificeren tot verhoedinge van hare schade door het nadrukken van de voorsz. Wercken, daar door in genigen deele verstaan den inhoude van dien te authoriseren, ofte te advouëren, ende, veel min de zelve onder onze Protextie, ende bescherminge eenig meerder credit, aansien, of reputatie te geven, nemaar de Supplianten in cas daar inne iets onbehoorlyks zoude influëren, [p. 4] alle het zelve tot haren lasten zullen gehouden wezen te verantwoorden, tot dien eynde wel expresselyk begeerende, dat by aldien zy deze onze Octroye, voor de voorsz. Wercken zullen willen stellen, daar van geen geabbrevieerde ofte gecontraheerde mentie zullen mogen maaken, nemaar gehouden zullen wezen het zelve Octroy in t geheel en zonder eenige omissie, daar voor te drukken, ofte te doen drukken, ende dat zy gehouden zullen zyn een exemplaar van de voorsz. Wercken, gebonden ende wel geconditioneert, te brengen in de Bibliotheecq van onze Universiteyt tot Leyden, ende daar van behoorlyk te doen blyken, alles op pene van het effect van dien te verliezen, ende ten eynde de Supplianten dezen onzen Octroye ende consente mogen genieten als naar behooren, lasten wy allen ende een ygelyk, die t aangaan mag, dat zy de Supplianten van den inhoude van dezen doen laten ende gedogen, rustelyk, vredelyk, ende volkomentlyk genieten ende gebruyken, cesseerende alle belet ter contrarie gedaan. Gedaan in den Hage, onder onsen groot Zegele, hier aan doen hangen op den drie en twintigste Mai, in t Iaar Onzes Heer en zaligmakers, seventien honderd en veertien, |