(1) In den jare 1492, toen Grenada door de Spaansche legers, onder de Regering van FERDINAND en IZABELLA belegerd was, regeerde aldaar als Koning eenen Vorst genaamd BOABDIL; welke gehuwd was aan ZORAÏDE. De Stad Grenada was destijds verdeelt in twee magtige partijen, de ééne genaamt ABENCERRAGES en de andere ZÈGRIS. - ZORAÏDE, de Koningin, stemde uit de ABENCERRAGES voort; BOABDIL, de Koning hadt zich na het onttroonen van zijnen Vader: MULEI-HUSSEM, aan de zijde der ZÈGRIS, die hem op den troon geholpen hadden, gevoegd. ZORAÏDE, altijd getrouw aan haren stam, die thans door haar Gemaal verdrukt werdt, beschermde met al haar vermogen, de ABENCERRAGES dit wekte de haat der alvermogende ZÈGRIS tegen deze brave Vrouw: vier hunner voornaamste Ridders, klagen de Koningin aan, als een overspelige Echtbreekster; zij beschuldigen haar van onkuischheid met eenen Edelman genaamt ABENHAMET. - De Koning geloofd die aanklagte; ZORAÏDE wordt, volgens gebruik van dien tijd, ten vuure veroordeelt, indien zij binnen vier dagen geene vier Ridders in Grenada kan vinden, die met zwaard en lans voor hare verdediging zich wapenen willen, om tegen de vier ZÈGRIS, die haar hebben aangeklaagd, te strijden. Niemand biedt zich aan; niemand durft de vier helden, de vier gunstelingen van BOABDIL bevechten. ALMANZOR, een der grootste Moorsche Veldoversten, bewogen door het noodlot, en getroffen door de onschuld der ongelukkige Vorstin, ziende dat niet één Ridder zich tot de verdediging der eer van ZORAÏDE opdoet, besluit alléén de vier ZÈGRIS, hoe stout die onderneming ook zij, ter eere zijner Koningin, te bevechten. Doch, op het oogenblik dat hij den strijd zoude beginnen, en de Vorstin reeds bij den brandstapel was gebragt, verschenen vier onbekende Ridders, die de ZÈGRIS uitdaagden, en de verdediging van ZORAÏDE op zich namen, en ook, met roem, hare vijanden overwonnen. Deze Ridders waren geen Mooren, maar edelmoedige Spaansche Veldöversten, genaamt: LARA, FERDINAND CORTEZ, AQUILAR, Neef van GONZALVA DE CORDUA en FELLEZ, Grootmeester der Ordre van Calatrava.
Men zie verder hier op na: Grenada Reconquise, écrite par M. DE FLORIAN, 1ste Deel, 4de Boek, en wijders deszelfs Geschiedkundige Aanteekeningen over de Spaansche Mooren, uitgegeven te Parijs en te Luik, Anno 1792.
(2) DALHAMBRA, dus noemde men weleer het prachtige Paleis der Moorsche Monarchen. t is thans grotendeels vernield; allen zie men nog het Geregtshof, dat binnen deszelfs ringmuur was. |