SOPHONISBA,[Vignet: Paulatim ad fastigium.]Te AMSTELDAM; |
Aan den Heer |
P. V. HAPS. |
VOORREDEN. |
HEt zal licht zommige vreemd voorkoomen, dat ik deze stof van Sophonisba, uit het derde boek der Romeinsche Historie van Titius Livius getrokken, en zo van de grond, tot een Treurspel, gelyk het hier in t licht koomt, heb opgebouwd, daar dezelve stof, door de pen van de Heer PIERRE CORNEILLE, reeds in een Treurspel is veranderd; en zulks het dierhalven beter hadde geweest, een overzetting van het zelve Spel te hebben berymd, dan zou Sophonisba zo veel van haar luister niet missen als zy nu, door myn eigen vindinge, verlooren heeft. Zulke, of diergelyke redenen zullen my ongetwyffeld voor koomen: want veele menschen hebben het gebrek van een oordeel over een zaak te vellen, eer zy daar de rechte meening van weeten. Daarom dacht ik het noodig te weezen, myn inzigt tot het van de grond ophaalen van dit Treurspel, door deze Voorreden te uiten. Ik meen, gelyk het ook met er daad is, dat men zyn eigene krachten, omtrent de Poëzy, nooit na behooren op den toetsteen kan brengen, zo wanneer men zich steets begeeft tot het berymen van de overzetsels der Fransche Tooneelstukken, terwyl men, in zulk een geval, de stoffe in hunne volle sieraaden heeft, en men het verstand alleen spitst op het wel bevatten van de zin, en op het vinden van het rym, om de zin ongekreukt in een sierlyk rymend vaers te verklaaren; hoewel dit beide wel waargenomen, en uitgevoerd werdende, al vry wat in [p. 7] heeft, ja meêr als veele zoude gelooven. Niet te min hebben eenige voornaame Poëeten deze moeiten getroost geweest, en zich begeeven tot het overzetten en berymen van de Fransche Tooneelstukken, niet zonder inzicht van hunne uitsteekendheid: Ik wil ook gaern bekennen dat de Speelen, die door de Heeren CORNEILLE, RACINE en QUINAULT zyn gemaakt, hoogdraavend, net van taal, konstig van schikkinge en hartstochten zyn; en met geen minder luister praalen de geene die van dezelve Heeren, in onze taal overgezet en berymd zyn, als hebbende het geluk gehad van in handen van goede Overzetters en Poëeten te koomen. Nu mogt men zeggen, dat ik moet bekennen hoe de Fransche Treurspeelen als volmaakt zyn, en die, nochtans nalaat te berymen. Hier op diend, dat ik, met een onvermoeiden yver, de Fransche Poëeten in hunnen alom roembehaalende Treurstyl, door eigen vindinge zal poogen na te volgen, als zulks voor my hebbe geoordeeld het beste te weezen: en wat misslag is het als iemand bevorderd, t welk hy vermeend voor zich zelf het nutste te zyn? Ook kan men het die geen niet voor verwaandheid aanvryven, die in de laagte der weetenschap staande, middelen gebruikt die helpen konnen om zich zelven allengs hooger op te beuren; zo zyn, op die wys, de Fransche Poëeten in hunnen Treurtoon, tot op den top van den Zangberg opgesteegen; doch ik ben verzekerd dat er in ons Land, en voornaamentlyk in deze Stad, [p. 8] wel zyn, die, zo zy hun verstand wilde besteeden tot het van de grond opbouwen van Tooneelstukken, groote verwonderinge zoude geeven: hun naamen zal ik verzwygen om hen, door hun lof, niet ten doel van de Nyd te stellen. Een ander kon nu zeggen: nadien u dan de eigen vindinge gevalt, waarom dan geen andere stof verkooren, als die reeds door de Heer CORNEILLE tot een Treurspel gemaakt was? want zo hadden de geene die de Fransche Sophonisba hebben geleezen de zwakheid van de uwe zo klaar niet konnen aantoonen. De geen, zeg ik hier op, die met groote lust iet ter hand neemt, heeft, onweetende, een derde van t zelve verricht; hierom verkoor ik de stof van Sophonisba, terwyl de lust my daar toe aandreef, en die my ook de vrees, voor de zwaarheid van t werk, deê verminderen. En wat aangaat de deftigheid waar meê de Fransche Sophonisba boven de myne mogt praalen, zulks, zeg ik, zal, noch kan my niet hinderen: want myn oogmerk is om de grootste vernuften, in Poëzy, door eigen vindinge, van verre na te treeden. |
Copye van de Privilegie. |
DE Staten van Holland ende Westvriesland doen te weten. Alzo Ons vertoond is by de tegenwoordige Regenten van de Schouwburg tot Amsterdam, Dat zy Supplianten zedert eenige Jaaren herwaarts met hunne goede vrinden hadden gemaakt en ten Tooneele gevoert verscheiden Werken, zo van Treurspeelen, Blyspeelen als Klugten, welke zy lieden nu geerne met den druk gemeen wilden maken: doch gemerkt dat deze Werken door het nadrukken van anderen, veel van hun luister, zo in Taal als Spelkonst zouden komen te verliezen, en alzo zy Supplianten hen berooft zouden zien van hun byzondere oogwit om de Nederduitschen Taal en de Digtkonst voort te zetten, zo vonden zy hen genootzaakt, om daar inne te voorzien, ende hen te keeren tot Ons, onderdanig verzoekende, dat Wy omme redenen voorsz. de Supplianten geliefden te verleenen Oktroy ofte Privilegie, omme alle hunne Werken reeds gemaakt, ende noch in t ligt te brengen, den tyd van vyftien Jaaren alleen te mogen drukken en verkoopen of doen drukken en verkoopen, met verbod van alle anderen op zeekeren hooge peene daar toe by Ons te stellen, ende voorts in communi forma. Zo is t dat Wy de Zake en t Verzoek voorsz. overgemerkt hebbende, ende genegen wezende ter bede van de Supplianten, uit Onze regte wetenschap, Souveraine magt ende authoriteit dezelve Supplianten gekonzenteert, geaccordeert ende geoctroijeert hebben, conzenteeren, accordeeren ende octroijeren misdezen, dat zy geduurende den tyd van vyftien eerst achtereenvolgende Jaaren de voorsz. Werken die reeds gedrukt zyn, ende die van tyd tot tyd door haar gemaakt ende in t ligt gebragt zullen werden, binnen den voorsz. Onzen Lande alleen zullen mogen drukken, doen drukken, uitgeven en verkoopen. Verbiedende daarom allen ende eenen yegelyken dezelve Werken naar te drukken, ofte elders naargedrukt binnen den zelve Onzen Lande te brengen, uit te geven ofte te verkoopen, op de verbeurte van alle de naargedrukte, ingebragte ofte verkogte Exemplaaren, ende een boete van drie hondert guldens daar en boven te verbeuren, te appliceren een darde part voor den Officier die de calange doen zal, een darde part voor den Armen der Plaatze daar het cazus voorvallen zal, ende het resteerende darde part voor den Supplianten. Alles in dien verstande, dat Wy de Supplianten met dezen Onzen Octroije alleen willende gratificeren, tot verhoedinge van haare schaade door het nadrukken van de voorsz. Werken, daar door in geenige deelen verstaan, den inhoude van dien te authorizeeren ofte te avoueeren, ende veel min de zelve onder Onze protektie ende bescherminge eenig meerder kredit, aanzien oft reputatie te geven, nemaar de Supplianten in kas daar in yets onbehoorlyk zoude mogen influeeren, alle het zelve tot haren laste zullen gehouden wezen te verantwoorden; tot dien einde wel expresselyk begeerende, dat by aldien zy dezen Onzen Oktroije voor de zelve Werken zullen willen stellen daar van geene geabbrevieerde ofte gecontraheerde mentie zullen mogen maaken, nemaar gehouden zullen weezen het zelve Octroy in t geheel ende zonder eenige Omissie daar voor te drukken ofte te doen drukken, [p. 10] ende dat zy gehouden zullen zyn een exemplaar van alle de voorsz. Werken, gebonden ende wel geconditioneert te brengen in de Bibliotheecq van Onze Univerziteit tot Leiden, ende daar van behoorlyk te doen blyken. Alles op poene van het effekt van dien te verliezen. Ende ten einde de Supplianten dezen Onzen Conzent en Octroije mogen genieten als naar behooren: Lasten wy allen ende eenen ygelyken die t aangaan mag, dat zy de Supplianten van den inhoude van dezen doen, laaten en gedogen, rustelyk en volkomentlyk genieten, en cesserende alle beletten ter contrarie. Gedaan in den Haage onder Onzen grooten Zegele hier aan doen hangen den XIX September in t Jaar onzes Heeren en Zaligmakers duizent zes honderd vier en tachtig. |
G. FAGEL. |
Ter Ordonnantie van de Staaten |
SIMON van BEAUMONT. |
De Regenten van de Schouwburg hebben het recht der bovenstaande Privilegie, voor SOPHONISBA, Treurspel, verleent aan de Erfgenaamen van Jacob Lescailje. |
Den eersten Maert, 1698. |
VERTOONERS. |
Het Spel speeld in Afrika, in t Leger der Romeinen, omtrent Utika. |
SOPHONISBA, |
SCIPIO. |
EMILIUS. |
SCIPIO. |
EMILIUS. |
SCIPIO. |
EMILIUS. |
SCIPIO. |
EMILIUS. |
SCIPIO. |
TWEEDE TOONEEL. |
JUNIUS. |
SCIPIO. |
JUNIUS. |
EMILIUS. |
SCIPIO. |
JUNIUS. |
SCIPIO. |
JUNIUS. |
SCIPIO. |
JUNIUS. |
SCIPIO. |
EMILIUS. |
SCIPIO. |
JUNIUS. |
SCIPIO. |
JUNIUS. |
SCIPIO. |
DERDE TOONEEL. |
SCIPIO. |
EMILIUS. |
SCIPIO. |
EMILIUS. |
SCIPIO. |
EMILIUS. |
VIERDE TOONEEL. |
SCIPIO. |
Hy vat zyn boeijens aan. |
SYPHAX. |
SCIPIO. |
SYPHAX. |
SCIPIO. |
SYPHAX. |
SCIPIO. |
SYPHAX. |
SCIPIO. |
SYPHAX. |
SCIPIO. |
SYPHAX. |
SCIPIO. |
SYPHAX. |
SCIPIO. |
VYFDE TOONEEL. |
SCIPIO. |
EMILIUS. |
SCIPIO. |
Einde van het Eerste Bedryf. |
TWEEDE BEDRYF. |
SCIPIO. |
EMILIUS. |
SCIPIO. |
EMILIUS. |
SCIPIO. |
EMILIUS. |
TWEEDE TOONEEL. |
SCIPIO. |
JUNIUS. |
SCIPIO. |
JUNIUS. |
DERDE TOONEEL. |
SCIPIO. |
LELIUS. |
MASSANISSA. |
SCIPIO. |
MASSANISSA. |
SCIPIO. |
VIERDE TOONEEL. |
SCIPIO. |
MASSANISSA. |
SCIPIO. |
MASSANISSA. |
SCIPIO. |
VYFDE TOONEEL. |
LELIUS. |
MASSANISSA. |
LELIUS. |
MASSANISSA. |
LELIUS. |
MASSANISSA. |
LELIUS. |
ZESDE TOONEEL. |
ZEVENDE TOONEEL. |
HIARBAS. |
MASSANISSA. |
HIARBAS. |
MASSANISSA. |
HIARBAS. |
MASSANISSA. |
HIARBAS. |
MASSANISSA. |
HIARBAS. |
MASSANISSA. |
HIARBAS. |
MASSANISSA. |
HIARBAS. |
MASSANISSA. |
HIARBAS. |
MASSANISSA. |
HIARBAS. |
MASSANISSA. |
Einde van het Tweede Bedryf. |
DERDE BEDRYF. |
LELIUS. |
MASSANISSA. |
LELIUS. |
TWEEDE TOONEEL. |
SOPHONISBA. |
MASSANISSA. |
SOPHONISBA. |
MASSANISSA. |
SOPHONISBA. |
MASSANISSA. |
SOPHONISBA. |
MASSANISSA. |
SOPHONISBA, opstaande. |
IRENE. |
SOPHONISBA. |
HIARBAS. |
SOPHONISBA. |
Tegens Massanissa. |
MASSANISSA. |
SOPHONISBA. |
IRENE. |
DERDE TOONEEL. |
SOPHONISBA. |
SIDONIA. |
SOPHONISBA. |
Tegens Massanissa. |
MASSANISSA. |
SOPHONISBA. |
SIDONIA. |
SOPHONISBA. |
MASSANISSA. |
SOPHONISBA. |
MASSANISSA. |
SOPHONISBA. |
SIDONIA. |
Zy valt hem te voet. |
SOPHONISBA. |
MASSANISSA. |
SIDONIA. |
MASSANISSA. |
SOPHONISBA. |
MASSANISSA. |
SOPHONISBA. |
MASSANISSA. |
SOPHONISBA. |
MASSANISSA. |
VIERDE TOONEEL. |
SOPHONISBA. |
SIDONIA. |
SOPHONISBA. |
IRENE. |
SOPHONISBA. |
IRENE. |
SIDONIA. |
VYFDE TOONEEL. |
SOPHONISBA. |
HIARBAS. |
SOPHONISBA. |
Einde van het Derde Bedryf. |
VIERDE BEDRYF. |
SCIPIO. |
LELIUS. |
SCIPIO. |
LELIUS. |
SCIPIO. |
TWEEDE TOONEEL. |
SCIPIO. |
MASSANISSA. |
SCIPIO. |
DERDE TOONEEL. |
MASSANISSA. |
HIARBAS. |
MASSANISSA. |
VIERDE TOONEEL. |
SOPHONISBA. |
SIDONIA. |
IRENE. |
SOPHONISBA. |
IRENE. |
SOPHONISBA. |
VYFDE TOONEEL. |
HIARBAS. |
SOPHONISBA. |
HIARBAS. |
SOPHONISBA. |
HIARBAS. |
SOPHONISBA. |
Zy neemt hem de Kelk af. |
HIARBAS. |
SOPHONISBA. |
Zy aanvaard de Kelk. |
Zy drinkt het vergif in. |
SIDONIA, haar de Kelk afneemende om meê te drinken. |
HIARBAS ontneemd haar de Kelk. |
SIDONIA. |
SOPHONISBA. |
SIDONIA. |
SOPHONISBA. |
Zy werd van Irene en Hiarbas weg geleid. |
SIDONIA. |
ZESDE TOONEEL. |
ZEVENDE TOONEEL. |
JUNIUS. |
SIDONIA. |
JUNIUS. |
SIDONIA. |
Zy wil zich met zyn degen dooden. |
JUNIUS. |
SIDONIA. |
JUNIUS, haar boeijende. |
SIDONIA. |
JUNIUS. |
SIDONIA. |
JUNIUS. |
SIDONIA. |
JUNIUS. |
SIDONIA. |
Einde van het Vierde Bedryf. |
VYFDE BEDRYF. |
MASSANISSA. |
HIARBAS. |
MASSANISSA. |
HIARBAS. |
MASSANISSA. |
HIARBAS. |
MASSANISSA. |
HIARBAS. |
MASSANISSA. |
MASSANISSA. |
HIARBAS. |
MASSANISSA. |
HIARBAS. |
MASSANISSA. |
TWEEDE TOONEEL. |
SCIPIO. |
MASSANISSA. |
SCIPIO. |
MASSANISSA. |
SCIPIO. |
MASSANISSA. |
SCIPIO. |
EMILIUS. |
DERDE TOONEEL. SCIPIO, MASSANISSA, LELIUS, HIARBAS. |
MASSANISSA. |
SCIPIO. |
MASSANISSA. |
SCIPIO. |
MASSANISSA. |
VIERDE TOONEEL. |
SCIPIO. |
MASSANISSA. |
SIDONIA. |
SCIPIO. |
SIDONIA. |
EMILIUS. |
SCIPIO. |
VYFDE TOONEEL. |
JUNIUS. |
SCIPIO. |
MASSANISSA. |
SCIPIO. |
LELIUS. |
ZESDE TOONEEL. |
SIDONIA. |
SCIPIO. |
SIDONIA. |
SCIPIO. |
SIDONIA. |
SCIPIO. |
ZEVENDE TOONEEL. |
SIDONIA. |
SYPHAX. |
SCIPIO. |
SYPHAX. |
MASSANISSA. |
SYPHAX. |
SCIPIO. |
SYPHAX. |
Hy steekt zich met zyn verborgen pook in t hart, en valt voor Scipio ter neer. |
MASSANISSA. |
SCIPIO. |
SIDONIA. |
Zy stoot mede zich met haar verborgen pook in den boezem, en werd, vallende, ondersteund. |
MASSANISSA. |
SCIPIO. |
Einde van het vyfde en laatste bedryf. |
Tekstkritiek: |