J. Schouwenbergh: Sigismundus, prinçe van Poolen. Amsterdam 1654. Herdruk van de editie Brussel, 1647. Bewerking van La vida es sueño (1635) van Pedro Calderón de la Barca Uitgegeven door een werkgroep Leidse neerlandici onder leiding van dr. O. van Marion, m.m.v. drs. G.C. van Uitert Red. dr. A.J.E. Harmsen, Universiteit Leiden. Ceneton083820 Ursicula In deze uitgave zijn evidente zetfouten gecorrigeerd en gemarkeerd met een asterisk. |
SIGISMUNDUS,[Vignet: Fortuna in een uurwerk; Noch tyt noch rust]tAMSTERDAM, |
Inhoudt van t Spel. |
BAzilius Koning van Polen, achterhaald hebbende door het uit-wijzen der Sterren, dat zijnen zoone Sigismundus van zeer wreeden en ongetemden aard zoude zijn, en geheel het Koningrijk in toekoomende tijden door tweedracht zoude verscheuren, doet den roep gaan dat den zelven met een haastige dood wech gehaald is, en laat hem op-voeden in eenen toren, tot dien einde in zeker gebergte op-gebouwt, (alwaar Clotaldus zijnen Voester-heer met alle behendigheid en stilligheid zijn quade genegentheeden tracht toverwinnen) verbiedende voorts op lijf-straffe, dat niemand in t voorsz. gebergte zijnen voet en zoude stellen. Ettelijke jaren daar naar, Bazilius nu oud geworden zijnde, en geen ander Erf-genamen hebbende dan Astolfus, Hertoge van Moscovien, zoone van zijne jongste zuster; en Aurora, dochter van zijne oudtste zuster, die over zijne toekomende erffenis in geschil waaren; verzoekt dat de zelve op zekeren dag in zijn Hof zouden verschijnen, op vast betrouwen van aldaar vergeleken te worden, noopende hun onderling geschil. Dien volgende Astolfus trekkende uit Moscovien, word korte dagen daar naar gevolgt van Rozaura, die hy op belofte van trouw tot zijne liefde gelokt hadde, dewelke verdolende in het gebergte, geraakt by [fol. A2v] geval in den toren daar Sigismundus nu bejaart zijnde, bewaart wierd, en mids het over-treeden van t voorsz. gebod, word van Clotaldus gevangen genoomen, doch korts daar naar bekend voor zijn kind, en dat door zeker rappier, dat hy eertijds aan de moeder van Rozaura (die insgelijks door trouw-gelofte was bedroogen geweest) gelaaten hadde, ten tijde als zy van Rozaura was bevrucht: waar door Clotaldus beweegt zijnde valt den Koning te voet (zonder nochtans zijn kind bekend te maken) en verkrijgt het leven voor Rozaura, die daar naar voor Staat jufvrouw word gestelt by de Prinçesze Aurora, met de welke zy ook komt in het Hof van Bazilius, ten bestemden dage, als wanneer den Hertog Astolfus daar ook aangekomen was. Bazilius volgens zijn belofte, verhaald de geheele geschiedenisze, rakende zijnen zone Sigismundus, en belooft hem in zijnen Throon te zetten, mids hy een ieder daar toe gezint vond, op hope dat zijne quade genegentheeden overwonnen waren: dien-volgende word Sigismundus met zekeren drank in een vasten slaap gevallen zijnde, onwetens in het Hof gebrocht, alwaar ontwaakt zijnde, en kennis hebbende van zijne macht, gebruikt de zelve zo onredelijk, dat Bazilius gedwongen word hem wederom op gelijke maniere naar zijn toren te beschikken Middelertijd houd Rozaura haar bedekt voor Astolfus, dan gebruikt alle middelen om te ver- [fol. A3r] stooren de liefde die de Prinçesze Aurora en Astolfus, tot trouwe gezint, elkanderen begosten te dragen; welke liefde Bazilius wel gemerkt hebbende, zijnde anderzints ook gezint zijnen zone Sigismundus in den toren te laten sterven, verkiest Astolfus en Aurora tot Koning en Koninginne van Polen. Het volk nu verzekert zijnde dat des Konings zone in t leven was, komt tot oproer, om dieswille men eenen vremdeling trachte te kroonen, en haald Sigismundus met geweld uit den toren, om hem de kroone op het hooft te stellen: waar tegen Bazilius, te velde trekkende, word overwonnen; doch van zijnen zone (die door de voorgaande geschiedenisze tot kennis* van zijn redelijke plicht gekoomen was) met alle eerbiedinge onthaald. Rozaura gezien hebbende hoe zy van Astolfus vergeten was, en dat Clotaldus, die haar als vriend alle behulpzaamheid belooft hadde, nochtans geen middelen en zocht om Astolfus tot de reden te brengen; begeeft haar tot Sigismundus, eer den slag tusschen hem en Bazilius gegeven wierd, verhaald hem* het ongelijk dat haar aangedaan was, en verzoekt dat hy haar wilde wreeken en recht doen. Welken volgende Sigismundus, den slag gewonnen hebbende, dwingt den Hertog Astolfus Rozaura te trouwen; naardemaal Clotaldus haar voor zijn dochter bekend gemaakt hadde, en verkiest voor zijne Vrouwe de Prinçesze Aurora. |
Perzoonagien van t Spel. |
SIGISMUNDUS, |
Binnen word gerucht gemaakt met ketenen. |
SIGISMUNDUS van binnen. |
De plaatze daar Sigismundus is, word allengskens geopent. |
SIGISMUNDUS zijnde ontdekt, met vellen gekleed, en met een keten vast gemaakt. |
ROZAURA komende by Sigismundus. |
SIGISMUNDUS Rozaura toe-schietende. |
CLOTALDUS van binnen. |
De SOLDATEN van binnen. |
CLOTALDUS uit-komende met eenige Soldaten, hebbende hun aanzichten gestopt. |
SIGISMUNDUS in het toe-doen. |
ROSAURA, haar rappier gevende aan Clotaldo. |
CLARIN aan eenen Soldaat. |
Clotaldus beziet het rappier met verwonde- ringe, terwijlen dat Rozaura spreekt. |
CLOTALDUS, voor het Toneel. |
Altemaal binnen. |
Op deen zijde komt Astolfus uit met twee Edel-mans, en op dander zijde Aurora met Iufvrouwen. |
AURORA, ziende dat Astolf aan zijnen hals draagt t conterfeitzel van Rozaura zijn verlaaten meestersze. |
Men slaat trommels en trompetten, terwijl den Koning Bazilius uit komt met zijn Hof en Raad. Aurora en Astolf vallen hem ter weder-zijden in zijnen Throon te voet. |
Alle gelijk. |
Een deel van de Edel-lieden leid de Prinçesze aan deen zijde in, en een ander deel leid Astolfus langs dander zijde binnen. Den Koning blijft laatst, en zo hy meend binnen te gaan, komt hem Clotaldus aan met Rozaura en Clarin. |
Den Koning binnen. |
Rozaura ende Clarin rasch binnen. |
TWEEDE DEEL. |
Den Koning binnen, en Clarin uit. |
Sigismund word ontdekt, staande ontrent een bedde, tusschen veel Edel-mans, die hem helpen kleeden, terwijlen de violonzen spelen. Clotaldus vertrekt hem een weinig ter zijden. |
1. Edel-man, weder-houdende Sigismundus, die Clotaldus wilde toe-schieten. |
CLOTALDUS binnen gaande. |
ASTOLFUS uit. |
Sigismund neemt den Edel-man op, en loopt er mede binnen, met allen het volk achter hem; het welk met hem aan dander zijde weder uit komt, behoudelijk Aurora. |
Astolfus binnen. |
Den Koning uit. |
Den Koning binnen. |
ROSAURA zijnde gekleed in vrouwen kleederen, komt voor-aan het Tooneel, een weinig uit de oogen van Sigismund, en naar dat zy t naar-volgende alleen gesprooken heeft, blijft spreekende met een van dEdel-mans. |
2. EDEL-MAN, aan Rozaura. |
CLOTALDUS uit tot aan het tapijt. |
CLARIN met d ander binnen gaande. |
ROZAURA haer verweerende. |
CLOTALDUS al knielende, en de handt slaande op den ponjaart die Sigismundus uit-trekt. |
ROZAURA binnen gaande. |
ASTOLFUS uit-komende, zoo Clotaldus aan de voeten van Sigismundus valt, stelt zich tusschen beyden. |
Zy trekken beide van leer, en den Koning met Aurora koomen uit. |
Zy steken hun degens op. |
Sigismundus binnen. |
Den Koning en Clotaldus binnen. |
ROZAURA komende tot aan het tapijt. |
Astolphus binnen. |
Rozaura uit. |
Aurora binnen. |
ASTOLFUS uit-komende met het conterfeitzel. |
ROZAURA slaande de hand op t conterfeitzel. |
AURORA uit-komende. |
AURORA nemende het conterfeitzel. |
ROZAURA binnen gaande. |
Aurora binnen. |
Binnen. |
Sigismundus word ontdekt in den tooren, gelijk hy te vooren geweest is, met vellen gekleed, en sla- pende: met Clarin, Clotaldus, en Soldaten. |
CLARIN wech. |
Men draagt Clarin wech. |
BASILIUS uit met de mantel om zijn ooren. |
Sigismundus al droomende. |
Hy ontwaakt, en vervolgt. |
Den Koning binnen. |
Clotaldus binnen. |
Binnen. |
DERDE DEEL. |
Trommel en gerucht, Edel-mans en Burgers uit. |
Het Volk needer-vallende. |
Het Volk. |
SIGISMUNDUS ontdekt zijnde. |
Zy maken Sigismundus los. |
CLOTALDUS uit. |
Clotaldus binnen. |
Al binnen en alarm. |
BASILIUS uit-komende met Astolfo. |
AURORA uit. |
CLOTALDUS uit. |
ROZAURA uit. |
SIGISMUNDUS komende, gekleedt met zijn eerste vellen, en vergezelt met Soldaten: men trommelt, &c. |
CLARIN komt uit. |
ROZAURA uit met een schildeken, hoet en rappier. |
Hy klimpt wat hooger op, en rek-halst terwijlen datmen binnen al zoetjens de trommels slaat. |
Men vecht van binnen; den Koning, Astolf en Clotaldus komen uit al vechtende. |
Men lost van binnen eenen scheut, Clarin valt gequetst van booven needer. |
Men slaat den alarm, en Sigismund met zijn volk komt uit. |
Den Koning wil naar Sigismund, Astolf houd hem tegen. |
Bazilius valt Sigismund te voet. |
Den eersten van dat volk. |
EYNDE. _________________________________ tAEMSTEL-DAM, Uit de drukkery van Kornelis de Bruin, Boekdrukker, voor-aan op de Lauwrier-gracht. 1654. _________________________________ |
Tekstkritiek: |