En daerom soo besteedt, als yeder Lands-genoot
Den Lande schuldigh is, in Voorspoed of in Nood.
(30) Wat by-gewasch die Tarw mijn Grond heeft op sien geven,
Of t yemand weten wouw, hier heb ick het geschreven:
Mijn Bloemen stel ick met haer Voeten in den Int;
Raed, dien ick tegen t vroegh verleppen heb versint.
Hoes uyt den Acker staen, komt my niet toe te wijsen;
(40) k Hebs onder t Koren met beleeftheit hooren prijsen,
En yemand heeft bekent, die wat goedgunstigh loogh,
Onkruyd kost arger zijn, en dit stond wel in t oogh.
Lov ick de Koopmanschap? geenssins; ick laetse laecken;
Mits datse niemant laeck van naer Vergif te smaecken,
(45) De rest beken ick: en ghy, Leser, seght het vry,
t Zijn Koren-bloemen, en soo komense blauw by.
CONSTANTER.
Huygens - Korenbloemen
Voorkeurenpagina Opleiding Nederlands