De Geschiedenis van Floris den Vijfde en de geboorte van den Heldhaftigen Witte van Haamstede is door de onkunde en veroordeelen der Schrijveren met dichte nevels omhuld. Dat Witte uit een wettig huwlijk gesproten was, heeft echter de arbeidzaam nasporende Baron van Spaan volkomen erkend, en blijkt uit alles genoegzaam. Wie zijne Moeder was, is mij uit eigen onderzoek, met vergelijking van hetgeen me door gemelden Geschiedeniswroeter werd meêgespeeld, desgelijks gebleken. Zij was Agnes van der Sluis uit een jonger zoon van het Huis van Heusden, die dezen naam aanam en het wiel van Heusden zilver voerde. Met deze had hij jong een huwlijk aangegaan en den grooten Witte verwekt, die in later jaren door zijnen broeder Graaf Jan den Eerste met het aan dezen terug gevallen Leen van Haamstede begiftigd werd. Doch dit huwlijk werd verbroken door t Pauslijk gezag, t geen een schandelijk verdrag, in Floris kindsheid door zijn Oom en Voogd Floris met Vlaanderen gesloten en bij t welk onze Graaf verbonden werd een van Guidoos dochters te trouwen, met den Kerban bekrachtigd had; en dit verbreken geschiedde na dat Graaf Floris Ridder geslagen was. In dit oogenblik wordt deze brief ondersteld geschreven te worden.
Aleid, Koning Willems Zuster, voor wie hij een byzonder zwak had en die hy aan Jan van Henegouwen, den Voorzoon van Zwarte Margriet by Borchard van Avennes, uittrouwde, had onzen Floris opgevoed, en altijd getracht zich en hare kinderen in zijn erf- en leengoed te vestigen, t geen eindelijk haren Zoon Jan (by ons Jan den II) door eene aanéénschakeling van intrigues en den vroegen dood van Floris Zoon uit Beatrix van Vlaanderen, gelukte.
[p. 199]
Floris van Holland, Koning Willems broeder en wegens hem regent van Holland en Zeeland en door Willems dood Voogd van den jongen Graaf, had zich (naar het wel schijnt) van den Graaf van Vlaanderen gevangen laten nemen, en sloot toen het gemelde schandelijke traktaat, dat in alles zijn eigenbelang bedoelde, en herhaalde malen door Keizer en Rijksdag veroordeeld en nietig verklaard werd, maar des ondanks door t Pausen eens gegeven bekrachtiging staande bleef, en waaraan onze Floris zich eindelijk na sterken aandrang van zijnen braven en gemoedelijken Oom Hendrik van Braband, tegen zijn hart, en uit naauwgezetheid omtrent den Riddereed, onderwierp.
De bewijzen van dit alles ben ik gewoon in mijne Voorlezingen over de Geschiedenis onzes Lands bij te brengen; hier behooren zij niet.
Floris legertocht naar Friesland ter ontdekking van zijn Vaders lijk en betemming der Friezen, waarvan de listige Aleid alle moeite deed om hem af te houden, was blinkend en gelukkig. In uitzicht dat Floris zoon uit Agnes hem, ter zake van het Pauslijk banverband niet zou kunnen opvolgen, had zij of de haren bij den Keizer het verlei in verbeiding, van Holland en Zeeland bekuipt; en het zelfde deed ook de Graaf van Hennenberg, uit eene andere Zuster van Koning Willem gesproten, wien de Henegouwers hun medeaanspraak naderhand afkochten.
Dat de Leeuw van keel de roode Leeuw van Holland is, zal (hoop ik) ieder één weten. Heusdens wiel is rood op goud, doch gelijk alle de jonger zoons van dit Huis hun wapen door de verandering van kleur en metalen braken, twee takken alleen uitgezonderd, die geheel andere wapens aannamen, voerde Van der Sluis dit wiel op keel; en is Heusdens zilvren wiel niet HEUSDEN, maar VAN DER SLUIS, hetgeen onze Scriveriussen en dergelijken of niet wisten of vergaten op te merken. (*) Het verlossen van Holland uit het geweld der Vlamingen, door Witte van Haamstede, waarop in dezen brief gedoeld wordt is bekend; en daartoe behoort de OUDHOLLANDSCHE SLACHTZANG, op bladz. 183 tot 189.
(*) Den Leeuw van keel met Heusdens zilveren wil op de borst roemen, is wat men met de Fransche uidrukking blazonneeren heet, en dit wordt ook gebruikt voor in t schild voeren.
[p. 200]
Ook in dezen Slachtzang is Heusdens schittrend wiel het zilvren wiel van Van der Sluis. Alle die takken, als gezegd is, op twee na, voeren Heusdens wiel, gelijk ook aller wapenkreet is HEUSDEN is, doch die van Haamstede, HOLLAND. De blijde overwinnign op de Vlamingen in Zeeland, ten tijde van Koning Willem, die juist daarbij aanlandde, beschrijft Melis Stoke zeer uitvoerig, en hoe die Vlamingen naar hun volkomen en inderdaad jammerlijke neêrlaag, naakt uitgeschud, en met bladeren om t lijf ten einde hunne schaamte te dekken, door t Konings barmhartigheid die zij afsmeekten, vrij en zonder losgeld naar hun land te rug wierden gescheept BOUDEWIJN, de Vijfde van dien naam, een der vermaardste Vorsten van zijnen tijd was bij de minderjarigheid van Koning Filip den Eerste, Regent van Frankrijk, en uit hem stamden de Graven van Vlaanderen, van Koning Willems en later tijd, af. Met recht mochten zij op dezen als Voorvader roem dragen, zoo wel als op hem die in 1208 Keizer van t Oosten werd, en wiens dochter de evengemelde Margriet was. De fiere Ridder, het bloed van Boudewijn, is de zelfde Guido, later genoemd, de Zoon van Margareet die den Legertocht der Vlamingen tegen Walcheren gebood, en in den slag gekwetst, zich gevangen had moeten geven, nu hun bevelhebber in t veroverd Holland. Forestier wordt hier de Graaf van Vlaanderen uit minachting genoemd, als zijnde zij uit de oude Forestiers gesproten, van wie de oude Boudewijn, bygenaamd met de ijzeren hand, door Karel den Kale wien hy zich door zijne dochter te schaken, tot schoonzoon had opgedrongen, in het jaar 862, tot de waardigheid van Graaf werd verheven.
De Leeuw in t treurend zwart is de Leeuw van sabel, dien Vlaanderen voert.
SLA DOOD is van ouds de Hollandsche aanvalkreet des voetvolks, met staven, dat is knotsen of kluppels (ook kuzen en kodden of kolven, en goedendags genoemd) en morgenstarren of prikellen, gewapend. |