Deze tekst is met inleiding en annotaties in boekvorm verschenen (Uitgaven Stichting Neerlandsitiek / Nodus Publikationen Münster, 2004); hiervan hier een pdf. |
J. NOOZEMANS
[Vignet: In Liefd Bloeyend.]tAMSTERDAM, |
Aan den Kunst-voedende |
DE swarigheidt, die in begonne stoutigheidt gelegen is, wordt door de vriendelikke lonken, van een goedertieren ziel, verbetert; ja zo opgepronkt, dat den al-te vrypostigen gast zijn eige smetten naulijks bekennen kan: zoo een zelve neevel heeft mijn bevangen, en voor uw schrandre oogen doen komen deze onwaardige Dronkke-mans Hel, waar in men zoo veel ellendigheden bevindt, dat hy ter nauwer noodt met goede oogen mag aangezien worden. Evenwel een toe-genegen heelders aart, gelijk in u beslooten leidt, zal mijn feilen zonder twijffel op een beetren voet stellen: bescherm mijn Flooris dan voor de grimmige ondieren, die Adelaars in andre lieder, en Mollen in haar eigen zaken zijn; zy slachten de Klokken die elk ter Kerke nooden, en zelfs daar uit blijven, haar neus-wijsheidt wijst ieder de wegen die zy zelfs niet vinden konnen. Ontfangt dan deze vrypostigheidt, niet na haar waardy, maar op dat haar naaktheidt bekleedt mag worden met de schaduw van uw gunst, zoo zal mijn verlooren arbeidt zich getroost vinden, dat ik ten lesten mag verblijven |
Uw aldergedienstigste Vriendt |
J. NOOZEMAN. |
VERTOONDERS. |
HANS PONJAART. GYSBERT LANGHALS. BRABANDS MAAIKEN. | } | Gebuuren. |
De Dronkke-mans Hel. |
Flooris binnen. |
Leander uit. |
Docter Nikaziaan uit. |
Diewer met eenige Buuren. |
Flooris uit. daar na Gijsbert, Hans en Leander, elk op een hoek van t Toneel. |
Gijsbert loopt Floor tegen t lijf. |
Hans klopt. |
Nikaziaan en Diewer uit. |
Nikaziaan uit. |
U E. Werd te Begraffenis gebeden met het Lijk van FLOORIS KOERTEN van VEEREN, Man van Kniertje Koenen van Ditmartzen, Zoon van Koert Foppen en Trijntje Freeken, Schoonzoon van Diewer Teeuwis van Delden, Swager van Klaas Kommier en Aariaan Goozens van Leberlingen, Zusters Man van Brechje Koenen van Ditmartzen, Zusterling van zal: Evert Goorisz. Houtewambis, in zijn leven Reperateur van oude Schoenen, recht Achters-kijndt van Iuriaan Potje-beuling en Iop Braadt-worst, Euver-lui van de Nacht-werkers, Zusterlings Man van Booke Heites en Ielle Taakes van Dingsma Stoelematters, Kozijn Iermijn van Iermie de la Koku Drapier binnen Leiden, groote Vriendt van Pieter Doek-huif ouwe Kerk-ganger, Kozijnnaadje van Dominiko Antonio de Milano Rotte-val verkooper, nagelaten Erf-genaam van Ian in t Achter-gat, trouwe klant van Gerlof Wytbek Bier-sluiker, ouwe Vryer van Iakelijn Ianneton de Bonavontuure, en lief-hebber van alle Vrouwen. Woonende in de drie Dreggen, by de nauwen Ingang, achter de Korte-lange-straat, over de wijze Mal-meulen, op de hoek van het Ouwe-nieuwe-pat, naast het swarte Licht. Op Donderdag toekomende, ten een uur, als Vriend of Vrienden in Huis te koomen. |
Het Lijk zal op S. Iobs Kerk-hof begraven worden. |
Nikaziaan, uit-beeldende Radamant, en Leander Eakus, gaan aan een Tafel zitten met eenige Boeken en andre snorre-pijpen voor hun. |
Gijsbert, vertoonende Karon, komt met Maaike, Hans en Kniertje, uit. |
Leander leest. |
Leander leest. |
Leander leest. |
EAKUS. Wy eerbaren Raadt van Hazelunen doen kondt allen den geenen die dit zullen hooren lezen, op Slooten, Steden, Kastelen,* &c. dat Jurgen Met-worst van Meppen verzoeket voor zijn Zeune Hans Ponjaart, ein betoog-çeedel van wegen zijn geslachts halven, t welke wy hem vergunne, ont betuigen voor alle vrome luiden dat hy nicht is af kamen van ein Muller, noch Tolnaar, noch Baart-scheerer, noch Swijn-snijder, noch Quakzalver, noch Linne-wever, man van dat edelen Ampt, het Snijders Handt-werk. |
Leander leest. |
Karon komt by Flooris, en doet hem op-staan. |
Leander leest. |
Flooris drinkt, ondertusschen vertrekt al de Spookery, een weinig daar na word er een Pistool of twee af-geschooten. |
Kniertje en Diewer, uit. |
Nikaziaan uit. |
Maaiken uit. |
Diewer, Leander en Hans, uit. |
UIT. |
J. NOOZEMAN. |