DE verzekering die ik hebbe van U Weledts. edelmoedigen aart, port my om dit kleene werk, onder haare bescherminge in t licht te geeven. De grondige kennisse, en liefde die U Weledt. omtrent de [p. 4] dichtkonst heeft, zullen (derf ik my belooven) borgen blyven voor t bestaan.
Hero en Leander, pronkende reets met U Weledts. vaerzen, mogen met recht zeggen:
Wy draagen uwe naam op t voorhoofd, als een schild,
Daar laster te vergeefs haar bittre gal op spilt.
|
By wien zal ik dan meerder gerustheid, by wien meerder veiligheid vinden? ik heb my ook verstout neffens de myne in t licht te geeven eenige vaerzen van den Heer J. v. Broekhuizen, die hy zo hier, als elders, daar hem het oorlogslot plantte meest op myn verzoek heeft gemaakt. T zal hem aangenaam weezen om den opziender die ik my vermeet daar over te stellen. Zyne Latynsche schriften, na de getuigenisse van U Weledt en andere geleerden, moogen neffens die van de eerste onzer eeuw geplaatst werden. Hier toont hy ook niet vervremt te zyn van zyn moederlyke taale. Loons genoeg zullen de zyne, in zonderheid de myne hebben, zooze U Weledt konnen behaagen, en water aan mogt scheelen, vertrouw ik, zal de vriendschap voldoen. Op die hoop heb ik dit derven ondernemen; en achte my verder gelukkig van te mogen tekenen |